Omdat de zorgsector continu in beweging is, organiseert Rabobank Zaanstreek samen met haar partners de gemeente Zaanstad en het Zaans Medisch Centrum een reeks aan symposia. Het meest recente symposium op 25 mei 2016 stond in het teken van de jeugd: hebben Zaanse kinderen overgewicht en wat is de aanpak hiervoor?
Nadat Rob van der Laan (directeur Bedrijven Rabobank Zaanstreek) en gespreksleider en Zaans wethouder Jeroen Olthof een korte introductie hadden gehouden, hielden Marleen Jansen (sectormanager Gezondheidszorg Rabobank) en Monique Heemskerk (epidemioloog GGD Zaanstreek-Waterland) een betoog over ‘Feiten en Cijfers van overgewicht in de Zaanstreek’. Zo vernamen honderd aanwezigen van Jansen dat ‘de hele wereld naar Nederland komt omdat onze zorg goed georganiseerd is. Zelfs Poetin komt langs. Maar die uitgangspositie wordt in de toekomst lastiger. Onze zorgbehoefte stijgt 4 tot 6 procent per jaar, terwijl de economie veel minder groeit. Mede daarom is preventie zo belangrijk.’
Lagere levensverwachting
Uit onderzoek blijkt dat lager opgeleiden korter leven. Zo gaan Zaanse inwoners in de wijken Peldersveld, Poelenburg en Achtersluispolder bijvoorbeeld zes jaar eerder dood dan hoger opgeleide stadgenoten. ‘Tevens blijkt dat Zaankanters meer bewegen dan de gemiddelde Nederlan-der, maar wél meer overgewicht hebben. Daar liggen uitdagingen’, aldus Jansen. ‘Net als bij kinderen die in armoede leven of kinderen wiens ouders van buiten Europa naar Nederland zijn gekomen. Deze kids zijn significant zwaarder.’ ‘In 1980 had ongeveer 6 procent van Nederlandse kinderen overgewicht, in 2010 was dat gestegen naar 15 procent. Hoe dat in Zaanstad is? Onder 10-jarigen is liefst 23 procent te zwaar. Dus in elke schoolklas 7 kids’, vulde Monique Heemskerk aan. ‘We hebben dus nog heel veel te doen in de Zaanstreek’, reageerde wethouder Olthof.
Maak je niet dik
Flip van der Hulst, kinderarts van het Zaans Medisch Centrum, vertelde dat overgewicht al vóór de geboorte kan ontstaan. ‘Eet een zwangere vrouw te veel of juist te weinig, dan stijgt de kans dat haar kind later overgewicht gaat ontwikkelen. Dat geldt ook voor kinderen die vóór hun tweede levensjaar antibiotica krijgen’, legde hij uit. ‘Het eetgedrag ligt vast in onze hersenen. Het heeft, naast om-gevingsfactoren, ook met hormoonsystemen en genetische factoren te maken. Een klein deel in je hersenen zorgt ervoor wát, wánneer en hoevéél je eet. Heb je bijvoorbeeld te weinig van het hormoon leptine? Dan blijf je eten.’
Volgens de kinderarts is het geven van borstvoeding een uitstekend preventief middel. ‘Als een baby van de borst drinkt, stopt ie vanzelf als het genoeg heeft. Geeft een moeder echter flesvoeding? Dan wordt de totale fles leeggegoten. Dan kan de baby teveel krijgen en een aanleg voor overgewicht ontwikkelen.’
Zaanse preventie
In Zaanstad is Christine Eggenkamp-Vink als regisseur Jongeren Op Gezond Gewicht Zaanstad sinds 2012 bezig met preventie en zorg voor kinderen met overgewicht. ‘Overgewicht is een normale reactie op een niet normale omgeving’, vertelde Eggenkamp-Vink. ‘Ik liep zojuist van de GGD naar dit symposium. Dan kom ik o.a. langs de smulwand van een supermarkt, kan ik lui een roltrap nemen en zie ik bij Smullers dat frites met cola in de aanbieding is. Je wordt zo de hele dag verleid om ongezonde keuzes te maken. De uitdaging is om de omgeving te veranderen.’
Door bijvoorbeeld clusters met gezonde scholen en dito wijken te creëren, kun je preventief veel voor elkaar krijgen. ‘We zien inmiddels dat al veel meer kinderen op scholen water drinken. Die verandering is bemoedigend’, aldus Eggenkamp-Vink. In 2015 zijn gezondheidsnetwerken opgezet in Zaanse wijken. ‘Initiatieven die een gezonde levensstijl ondersteunen, willen wij stimuleren. Bijvoorbeeld met sport- en spelactiviteiten. Zo wilden Zaanse jongens een skatebaan en hebben ze geld opgehaald. Maar het was net niet genoeg. Mede dankzij de Rabobank is toen het laatste geld er gekomen. We weten zeker dat de baan gebruikt wordt, want het initiatief komt uit de wijk zelf.’
Amsterdam als voorbeeld
In Amsterdam wordt al heel sterk ingezet op wat het college daar ‘de epidemie van overgewicht en obesitas’ noemt. ‘In sommige delen van Amsterdam zijn schoolklassen waar 1 op 3 kinderen overgewicht heeft’, vertelde Karen den Hertog van de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht. ‘In de stad lopen 25.000 te zware kinderen rond. Als wij niet iets extra’s voor hen doen, zullen zij nooit uit zichzelf op een gezond gewicht komen.’
Sinds 2012 is Amsterdam bezig om tot een gezonder gedrag te komen in een gezondere omgeving. ‘We zetten in op gezondere scholen, buurten en community’s. Drie punten zin daarbij essentieel: dat er een centrale persoon is die ouder en kind langdurig bijstaat, dat er een keten van ondersteunende zorg is én dat bekend is hoe de inhoud van de ondersteuning is.’ Zo zijn er inmiddels focusbuurten en is er in 2014 begonnen met centrale zorgverlening. ‘In centrale wijkteams jeugd zitten bijvoorbeeld maatschappelijk werkers, jeugdpsychologen en orthopedagogen in één team. Zij zorgen ervoor dat áls een moeder dreigt uit te vallen vanwege bijvoorbeeld een huisuitzetting, dat dit niet de reden is waarom haar kind niet geholpen kan worden.’
De regie in Amsterdam ligt bij de gemeente en zorgverzekeraar Zilveren Kruis. De GGD, jeugdbescherming, welzijnszorg en JOGG zijn eveneens betrokken. Den Hertog: ‘Er zijn afspraken gemaakt wie waar verantwoordelijk voor is. Helpt het? We zien tot onze trots een licht dalende trend. Terwijl de landelijke trend nog steeds stijgend is.’
Zaandam wil Amsterdam graag volgen. ‘Ik pak de handschoen op’, stelde wethouder Olthof. ‘Het is een traject van de lange adem om het leefpatroon te veranderen. We moeten het sámen doen. Ik hoop dat we over tien jaar kunnen zeggen: onze aanpak is goed geweest.’