Waarschuwingsbrief van de gemeente

Een casus. De gemeenteraad van A is van mening, dat er ruimte moet worden geboden voor een kansspelauto­matenhal. Dit gehoord hebbende, plaatst de heer Albers drie kansspelautomaten in zijn café. Het college, dat juist werkt aan de voorbereiding van een wijziging van de speelautomatenverordening, is not amused en geeft opdracht aan een gemeenteambtenaar om handhaving voor te bereiden. De vraag is dan welke procedurele stappen de gemeenteambtenaar moet zetten om tot handhaving over te gaan. Het is voor de heer Albers belangrijk om te weten welke rechten (en verplichtingen) hij heeft bij een dergelijk geval. Het is duidelijk dat hij te snel is geweest met het plaatsen van zijn kansspelautomaten. De heer Albers heeft dan ook in strijd gehandeld met de thans geldende speel­automatenverordening.

De vraag is of de gemeente een verplichting heeft om handhavend op te treden. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb), of een andere wet, is niet bepaald wanneer een bestuursorgaan, zoals de gemeente, tot handhaving moet overgaan of wanneer daarvan juist kan worden afgezien. Hoewel de gemeente in beginsel handhavend moet optreden als er sprake is van een overtreding (beginselplicht tot handhaving), moet men tegelijkertijd onderzoeken of er zicht is op legalisatie dan wel of er sprake is van andere bijzondere omstandig­heden, die aanleiding zijn om de hand­having op te schorten of ervan af te zien.
Als de gemeente besluit tot handhaven, bijvoorbeeld door het opleggen van een dwangsom, moet er eerst een belangenafweging plaatsvinden. In bepaalde gevallen kan handhavend optreden namelijk onevenredig zijn in verhouding tot het belang dat daarmee gediend is. Mocht daarvan sprake zijn, dan kan de gemeente ervoor kiezen om in die oncrete situatie niet handhavend op te treden. Als legalisatie van de overtreding volgens de gemeente niet mogelijk is, dan krijgt de heer Albers een waarschuwingsbrief, waardoor hij de gelegenheid krijgt om de overtreding binnen een bepaalde termijn ongedaan te maken. Daarnaast mag de heer Albers zijn zienswijze kenbaar maken. In deze brief wordt ook het voornemen tot het opleggen van een dwangsom meegedeeld. De waar­schuwing van de gemeente is geen besluit in de zin van de Awb. Als na de vooraankondiging de overtreding niet beëindigd is, zal er door de gemeente een dwangsom worden opgelegd. Als hierna de overtreding nog steeds niet ongedaan is gemaakt, dan vordert de gemeente de dwangsom in.

In de sanctiebeschikking moet de over­treding duidelijk worden omschreven, zo nodig met bijzonderheden over de wijze waarop deze is vastgesteld. Er wordt ook een begunstigingstermijn vermeld.
De heer Albers krijgt de tijd om de overtreding ongedaan te maken. Tegen deze beschikking is bezwaar en beroep mogelijk. Tijdens de loop van de proce­dure, blijft de beslissing van kracht. Als de heer Albers wil dat de uitvoering van de beslissing niet plaatsvindt, dan kan hij een voorlopige voorziening bij de rechter vragen. De rechter kan dan beoordelen of er een reden is om de uitvoering van de beslissing op te schorten. Advies is om al bij de waarschuwingsbrief juridische bijstand te vragen. Voorkomen is beter dan genezen!

Nagtegaal & Jong Advocaten
Dam 34, Postbus 1275,
1500 AG Zaandam
T 075 631 31 21 F 075 635 08 18
info@nagtegaaljong.nl
www.nagtegaaljong.nl