Zoals bekend, is er door de landelijke overheid in de afgelopen eeuwen een fijnmazig stelsel van belastingheffingen gecreëerd. Het primaire doel van belastingheffing is uiteraard om een constante inkomstenbron te realiseren. Soms wordt een belastingheffing als politiek instrument gehanteerd om te voorkomen dat een onwenselijke situatie voortduurt of in omvang toeneemt. Een voorbeeld is het stelselmatig verhogen van de benzineaccijns met als uitgesproken bedoeling, dat de automobilist minder vaak zijn auto neemt en wellicht meer gebruik maakt van het openbaar vervoer.
Sommige belastingen zijn van oorsprong in het leven geroepen om een bepaald doel te realiseren. Een goed voorbeeld daarvan is de wegenbelasting die in eerste instantie bedoeld was voor het aanleggen van wegen en verbetering van de infrastructurele voorzieningen die daarmee samenhangen. Het is algemeen bekend, dat de opbrengst van de wegenbelasting voor een groot deel voor geheel andere overheidsuitgaven wordt aangewend.
Ook een gemeente kan zelfstandig belasting heffen. De bevoegdheid daartoe is bepaald in de gemeentewet. Bekende voorbeelden zijn parkeerheffingen, het doorberekenen van leges bij het aanvragen van paspoorten en bouwvergunningen en uiteraard het opleggen van een aanslag op het bezit en het in gebruik hebben van onroerend goed. Actueel is het debat over de zogenaamde reclamebelasting. Lokale overheden willen vanzelfsprekend graag, dat het centrum van een plaats er aantrekkelijk uitziet. Dit is uiteraard van belang voor het aantrekken van (winkelend) publiek dat met plezier de euro’s uitgeeft in de eigen gemeente.
Het probleem is dat, om dit doel te bereiken, er vaak forse investeringen nodig zijn ter verfraaiing van het gebied. Gemeenten hebben daar het geld niet voor of hebben het er niet voor over om dit in de gemeentelijke begroting op te nemen. Daarom heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een paar jaar terug een Ontwerp Reclameverordening opgesteld. Diverse gemeenten hebben deze verordening inmiddels
uitgevoerd.
De verordening voorziet in het heffen van belasting binnen een door de gemeente aangewezen gebied, als een ondernemer reclameborden hangend aan en/of op de gevel heeft bevestigd of als er plakletters en/of logo’s op de ruiten aanwezig zijn. De hoogte van de reclamebelasting is afhankelijk van de omvang van de reclame-uiting. In de meeste gevallen is er sprake van het opleggen van een aanslag die al vrij snel varieert van 750 tot 1.500 euro per jaar.
Er zijn nogal wat ondernemers die de aanslag als onrechtvaardig beschouwen, omdat zij, gezien de aard van hun nering, nauwelijks gebaat zijn bij verfraaiing van het winkelgebied waarvan zij deel uitmaken. Daarnaast wordt zo’n extra heffing als onnodig zwaar belastend beschouwd in een moeizame economische periode waarin wij nu verkeren. Er wordt dan ook flink geopponeerd door middel van bezwaarschriftprocedures en het indienen van beroepschriften bij de sector bestuursrecht. Dat heeft tot gevolg gehad, dat de rechtspraak wel een nuancering heeft aangebracht voor wat betreft het mogen opleggen van een reclamebelastingaanslag.
Zo moet een gemeente ervoor zorgdragen, dat een ondernemersfonds voor het betreffende gebied wordt opgericht, waarbij dat fonds de inning van de reclamebelasting in de vorm van een subsidie mag ontvangen. De beheerder van het fonds moet rekening en verantwoording afleggen over het besteden van de gelden die moeten worden geïnvesteerd in verfraaiing van het winkelgebied, onder andere door het aanbrengen van eestverlichting en het financieren van publieksactiviteiten. Daarnaast is het van belang, dat de ondernemers zich overwegend positief hebben uitgelaten over het introduceren van de reclamebelasting. Hiertoe is een enquête onder de ondernemers verplicht, waarbij het absoluut noodzakelijk is dat een meerderheid van de geënquêteerde ondernemers zich positief uitspreekt. Als dat niet het geval is dan zal de gemeente niet tot uitvoering van de reclameverordening mogen overgaan. Het is dan ook zaak om een gemeente bij het tot stand komen van een reclameverordening kritisch te volgen.
Voor juridisch advies:
Nagtegaal & Jong Advocaten, www.nagtegaaljong.nl
Dam 34, Postbus 1275, 1500 AG Zaandam Tel (075) 631 31 21
Telefax (075) 635 08 18 info@nagtegaaljong.nl