De Warmtewet

Per 1 januari 2014 is de Warmtewet in werking getreden. Er is daaraan in de media ten onrechte weinig aandacht besteed, want de Warmtewet brengt per 1 januari 2014 aanzienlijke verplichtingen voor een deel van de verhuurders mee.

De Warmtewet is van toepassing indien de huurder is aangesloten op stads­verwarming of blokverwarming en een aansluiting heeft van maximaal 100 Kw. Ongeveer 7% van de Nederlandse huishoudens valt onder deze regeling. Afnemers met aansluitingen groter dan 100 Kilowatt moeten zelf over de prijs en de voorwaarden voor warmte onderhandelen.

De Warmtewet is ingevoerd omdat de betrokken huurders niet kunnen overstappen naar een andere leverancier. De warmtenetten zijn namelijk niet onderling met elkaar verbonden, zoals bij elektriciteit en gas. De Warmtewet gaat daarom afnemers van warmte extra bescherming bieden.

Per 1 januari 2014 zijn de volgende onderwerpen wettelijk geregeld:

1. Er zijn vanaf 1 januari 2014 landelijke maximumtarieven voor warmte. De verhuurder mag niet méér rekenen dan die tarieven.
2. Wanneer de warmteleverancier over mag gaan tot afsluiting van warmte.
3. Wanneer de huurder recht heeft op compensatie bij een storing.
4. Wat er in de overeenkomst tussen de warmteleverancier en de huurder moet staan, bijvoorbeeld over de kwaliteit van de te leveren warmte en dienst­verlening.
5. De rechten en plichten van de huurder bij het meten van het warmteverbruik. In de Warmtewet staat dat er een maximumprijs voor warmte is. Deze prijs wordt elk jaar vastgesteld door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De prijs is gebaseerd op wat een afnemer, die gas gebruikt, gemiddeld per jaar betaalt. De afnemer betaalt dus niet meer voor warmte dan wanneer deze gas zou verbruiken. Dat wordt het ‘Niet-meer- dan-anders’-principe genoemd. Of de betrokken huurders in 2014 meer of minder gaat betalen dan in 2013 hangt af van de persoonlijke situatie.

‘leverancier’

Woningcorporaties kunnen onder de term ‘leverancier’ in de zin van de Warmtewet gaan vallen, bijvoorbeeld wanneer zij voor een complex woningen een aan­sluiting op een warmtenet of een blok­verwarmingssysteem heeft en deze warmte vervolgens doorlevert aan haar huurders. Dergelijke woningcorporaties zullen zodoende aan verplichtingen van de Warmtewet moeten voldoen. Ook Verenigingen van Eigenaren krijgen met de Warmtewet te maken, als zij een eigen warmtenet hebben. In dat geval is die vereniging voor de wet een warmteleverancier en moet zij zich vanaf 1 januari 2014 houden aan een aantal regels. Die regels kunt u nalezen op de website van ACM.

Niet helemaal duidelijk

Vermoedelijk moet ook voor bestaande huurovereenkomsten een warmteovereenkomst worden aangegaan, maar dat is nog niet geheel zeker. De wettekst is hier niet helemaal duidelijk over. Als voor alle bestaande huurovereenkomsten, die onder de Warmtewet vallen, aparte overeenkomsten moeten worden afgesloten heeft dat grote impact op de praktijk. Bent u verhuurder, dan doet u er goed aan te controleren of u leverancier bent als bedoeld in de Warmtewet. Zo ja, dan dient u zich zo snel mogelijk aan te melden en moeten in ieder geval in nieuwe huurovereenkomsten de regels van de Warmtewet worden verwerkt. Aan overtreding van de regels zijn forse boetes verbonden. Elke verhuurder doet er dus goed aan zich zo spoedig mogelijk te (laten) informeren over de gevolgen van deze nieuwe wet!

Jaap Jong, advocaat bij Nagtegaal & Jong Advocaten
Dam 34, Postbus 1275,
1500 AG Zaandam
T 075 631 31 21 F 075 635 08 18
info@nagtegaaljong.nl
www.nagtegaaljong.nl