In onze overnameadviespraktijk komen we het volgende vraagstuk zo nu en dan tegen. Een ondernemer die in onderhandeling is met een koper voor de verkoop van zijn onderneming, heeft met de koper afgesproken om vlak voor de transactie alle liquide middelen uit de onderneming naar de personal holding te halen door middel van een dividenduitkering. Doel is om de onderneming ‘schoon’ op te leveren met alleen de benodigde materiële vaste activa en werkkapitaal. Hoewel op zichzelf niets mis is met bovenstaande voorbereiding op een overdracht, kunnen valkuilen en risico’s op de loer liggen.
Allereerst is het de vraag of het wel de bedoeling is van (het voorstel van) koper om alle aanwezige liquide middelen uit te keren. Biedingen worden namelijk vaak uitgebracht onder de voorwaarde van een ‘normaal’ aanwezig werkkapitaal. Daarbij wordt over het algemeen werkkapitaal gedefinieerd als vlottende activa minus vlottende passiva exclusief liquide middelen en/of bancair krediet. Dat betekent dat als er een tekort aan werkkapitaal op overnamedatum is, een deel van de aanwezige liquide middelen aangemerkt worden als gebonden liquide middelen. De gebonden liquide middelen kunnen niet worden uitgekeerd voorafgaand aan de transactie, een eventueel tekort wordt zelfs in mindering gebracht op de koopsom. Uiteraard geldt dit omgekeerd eveneens. Als er een overschot aan werkkapitaal op overnamedatum aanwezig is ten opzichte van een genormaliseerd werkkapitaal, wordt de koopsom verhoogd met dit overschot. Immers, de koper zal in de periode na overdracht meer liquide middelen kunnen vrijspelen uit het werkkapitaal.
Daarnaast speelt met name het vraagstuk rondom de wettelijke uitkerings- en balanstest. Voor een dividenduitkering is volgens de wet een besluit van de Aandeelhoudersvergadering vereist. Het bestuur, in het MKB vaak gelijk aan de aandeelhouder, dient haar goedkeuring aan de uitkering te geven aan de hand van een uitkerings- en balanstest. Deze test heeft als doel om vast te stellen of de vennootschap in staat is om de dividenduitkering uit te voeren en niet in continuïteitsgevaar komt. Hierbij wordt doorgaans een jaar vooruit gekeken. Indien blijkt dat de vennootschap niet aan de verwachte opeisbare schulden kan voldoen na de dividenduitkering, moet het bestuur toestemming weigeren.
Vanzelfsprekend is dit een lastig punt in het geval er vlak voor de overdracht toestemming moet worden gegeven, terwijl de vennootschap op overdrachtsdatum in andere handen komt en wellicht met andere risicovolle plannen wordt opgezadeld. In beginsel zal het allemaal niet zo’n vaart lopen, aangezien u als bestuurder op het moment van de uitkering de feitelijke situatie van de onderneming goed kent en u natuurlijk ook niet zomaar aan een willekeurige derde uw onderneming verkoopt. Maar stel dat het fout gaat en u wordt als voormalig bestuurder door de curator aangesproken voor het tekort vanwege de dividenduitkering, zou dit nog wel eens vervelende gevolgen kunnen hebben. Hoe dit te voorkomen?
Allereerst is het zaak om u goed voor te bereiden op de verkoop van de onderneming. Overtollige liquide middelen kunnen daarbij vaak al een jaar eerder uit de onderneming gehaald worden rekening houdend met een uitkeringstest. Ook kan de transactiestructuur aangepast worden, waarbij er geen dividenduitkering wordt toegepast, maar de koopsom euro-voor-euro wordt verhoogd. Indien dit niet mogelijk is, zorg er dan voor dat de nieuwe bestuurder ook zijn fiat verleent voor de dividenduitkering op grond van zijn plannen prognoses (en neem deze als bijlage op) of toon aan dat de instemming verleend wordt op grond van een consistent beleid van de afgelopen jaren. Afhankelijk van de feitelijke situatie en omstandigheden zouden er tenslotte ook waarborgen kunnen worden opgenomen in de juridische transactiedocumentatie.
Al met al genoeg aandachtspunten om stil bij te staan als u te maken krijgt met dit vraagstuk. Ook in deze gevallen wilt u als verkoper uw risico’s zo veel mogelijk proberen te voorkomen.
André Scheirlinck
Register Valuator
Sophista fusies & overnames
Robijnstraat 20, 1812 RB Alkmaar
Postbus 3026, 1801 GA Alkmaar
T: 072 540 80 10